Er is verschrikkelijk veel geschreven over overprikkeling. De Hersenstichting heeft hierover zelfs een informatiekaart ontwikkeld die mensen voor zichzelf kunnen gebruiken of aan mensen om hen heen kunnen geven zodat zij mogelijk beter begrepen kunnen worden. In alle boeken die ik gelezen heb, en ook de informatie van de Hersenstichting, lees ik de effecten van overprikkeling op een objectief zakelijke manier. Dat is duidelijk en eerlijk maar geeft ook een vorm van afstand. Je herkent jezelf en toch weer niet.
In mijn opsomming probeer ik meer emotie en betrokkenheid door te laten klinken.
Overprikkeling merk ik altijd te laat. Ik merk niet de overprikkeling maar heb de gevolgen leren kennen. Ik ben dan onnodig geïrriteerd. Ik mis dan de kern van zaken en ga fouten maken. Ik snap dan de meest voorkomende zaken niet meer. Ik reageer dan feller en emotioneler dan voor mij gewoon is. Ik herken mijn reacties en gedragingen dan niet meer. Ik ben dan doodmoe en heb geen energie. Ik word misselijk van vermoeidheid. Ik zie dan kleuren en licht anders. Zonlicht is dan schel en doet pijn. Ik ben dan mijzelf niet meer en wil degene die ik dan wel ben niet zijn. En het ergste is nog wel dat ik op zo’n moment zelden in staat ben om een einde te maken aan het soort “verkeerde gesprekken” waarin ik dan verzeilt raak. Dit kan voor veel sociale schade zorgen. |
Wat ik wil bereiken is herkenning bij mensen met NAH, een herkenning die onze zorgvragers aangeven te missen. Maar ook herkenning bij de partners, kinderen en andere betrokkenen. Het is voor hen vaak moeilijk om met de gevolgen van overprikkeling te leven. Herkennen en begrijpen is de eerste stap. Samen praten en dan na verloop van tijd afspraken maken over hoe hiermee samen om te gaan zonder elkaar te kort te doen. In mijn begintijd gaf Jeroen, mijn man, mij onder tafel een zachte schop tegen mijn enkels. Ongezien voor buitenstaanders maar voor mij duidelijk dat het tijd was om naar toilet te gaan om tot rust te komen en mij te herpakken. Het werkte voor ons. Hierin zal iedereen een eigen manier moeten vinden om samen tot een tussen oplossing te kunnen komen. Belangrijk om te weten is dat mensen met NAH wel kunnen proberen deze situaties te voorkomen maar ze zonder hulp vaak moeilijk kunnen beëindigen. Het net zo’n onderdeel van de beperking als een halfzijdige verlamming kan zijn. Alleen is begrip daarvoor veel eenvoudiger omdat je het kan zien en omdat overprikkeling vaak ook de ander stimuleert om minder zorgvuldig te zijn in de reacties hierop.
Voor collega’s, professionals hoop ik dat ook zij gaan leren en ervaren hoe verschrikkelijk het is om als verstandig, goed opgeleid en weldenkend mens bij overbelasting niet in staat te zijn om een redelijk gesprek te voeren. Het maakt machteloos en verschrikkelijk eenzaam. Ook maak je dan vaak afspraken waar je helemaal niet achter staat. Simpelweg omdat de spanning en de druk in jezelf te hoog raakt en je weet dat als je het gesprek niet kan beëindigen dan raak je te ver overprikkelt. Collega’s het is voor mensen met NAH zo heel erg belangrijk dat jullie rekening houden met overprikkeling bij de zorgvragers. Spreek bij aanvang van de zorg met elkaar af hoe de zorgvrager wil dat jullie omgaan met overprikkeling. Veel te vaak spreken wij zorgvragers die door zorgverleners geconfronteerd werden met een mogelijke psychiatrische diagnose. Als wij dan rustig met elkaar in gesprek gaan dan blijkt de verdenking van een psychiatrische stoornis vaak het gevolg van overprikkeling.